‘Rusland zit achter cyberinbraak bij Deens ministerie van Defensie’

Een Russische cybercrimegroepering die nauwe banden onderhoudt met de Russische overheid heeft in zowel 2015 als 2016 toegang gehad tot e-mailverkeer van werknemers van het Deense ministerie van Defensie. Bij de cyberinbraak zou geen vertrouwelijke informatie zijn buitgemaakt.

Dit maakt de Deense minister van Defensie Claus Hjort Frederiksen in een interview met de Deense krant Berlingske. De cybercrimegroepering APT28, die ook wel ‘Fancy Bear’ wordt genoemd, zou achter de cyberspionage zitten. Frederiksen wijst erop dat deze groep nauwe banden onderhoudt met inlichtingendiensten of ‘centrale elementen’ binnen de Russische overheid. Het Deense ministerie zou zijn aangevallen in een poging persoonlijke informatie te verzamelen over functionarissen binnen het Deense leger. Frederiksen vermoedt dat Rusland met behulp van deze informatie spionnen wil recruiteren.

Het is niet de eerste keer dat Westerse landen Rusland beschuldigen van cyberspionage. Onder andere Frankrijk, Groot-Britannië en de Verenigde Staten hebben eerder dergelijke beschuldigingen geuit, die steevast door Moskou worden ontkent. Zo wordt APT28 in verband gebracht met een cyberaanval op de Amerikaanse Democratische Partij in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Ook zou de groep hebben geprobeerd deze verkiezingen te beïnvloeden. Daarnaast zou de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) eind oktober zijn aangevallen door APT28. Hierbij werden wachtwoorden, e-mailverkeer en andere data gestolen.